Algemeen
Selecteer
>
Instellingen
>
Telefooninst.
>
Algemeen
en kies een van de
volgende opties:
Persoonlijk
- Hiermee kunt u scherminstellingen en instellingen voor de stand-by
modus, tonen (zoals beltonen), taal, thema's en spraakopdrachten aanpassen.
Datum en tijd
- Hiermee kunt u de tijd en datum, en de indeling hiervan, instellen.
Toebehoren
- Hiermee kunt u de instellingen voor toebehoren aanpassen.
Selecteer een toebehoren en de gewenste instellingen.
Actie voor schuif
- Hiermee kunt u de dia-instellingen bewerken. Zie
’Toetsblokkering’ op pag. 18, ’Een spraakoproep tot stand brengen’ op pag. 22 en
’Een oproep beantwoorden of weigeren’ op pag. 24.
Sensorinstell.
- Hiermee stelt u in welke functies met de versnellingsmeter worden
bediend op het apparaat en activeert u specifieke sensorbewerkingen.
Beveiliging
- Hiermee kunt u de instellingen voor het apparaat en de SIM-kaart
aanpassen, zoals de PIN- en blokkeringscode. Daarnaast kunt u
certificaatgegevens bekijken en de echtheid van certificaten controleren,
en beveiligingsmodules weergeven en bewerken.
Wanneer beveiligingsfuncties zijn ingeschakeld waarmee oproepen worden beperkt
(zoals het blokkeren van oproepen, gesloten gebruikersgroepen en vaste nummers), kunt
u mogelijk nog wel het geprogrammeerde alarmnummer kiezen.
Fabrieksinstell.
- Hiermee herstelt u voor bepaalde instellingen de oorspronkelijke
waarden. Daarvoor hebt u de blokkeringscode nodig.
Positiebepaling
(netwerkdienst) - Hiermee kunt u positioneringsinstellingen
wijzigen. Zie ’Positiebepalingsinstellingen’ op pag. 39.